Wet tot regeling van het Militair Onderwijs bij de Landmacht
Artikel 18
Hij, die tot de Cadettenschool wordt toegelaten, is, te rekenen van het tijdstip waarop zijn verblijf aan deze Inrichting een aanvang neemt, verbonden om den Staat gedurende den tijd van negen jaren als militair te dienen.
Van deze negen jaren behoort hij er vier in den rang van officier te dienen, zoodat, wanneer de officiersrang niet in vijf jaren wordt bereikt, de dienstverbintenis stilzwijgend met den langeren duur van den opleidingstijd wordt verlengd.
Deze verbintenis verplicht hem tevens, om - voor zooveel hij daartoe niet reeds uit anderen hoofde mocht gehouden zijn - na het verlaten van den werkelijken dienst nog vijf jaren, of zoo veel minder dan vijf jaren, als hij langer dan vier jaren als officier heeft gediend, als reserve-officier te Onzer beschikking te blijven.
Wij behouden Ons nochtans voor van de verplichting, bij het vorige lid bedoeld, geheel of ten deele ontheffing te verleenen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.